Samen zorgen we voor hoop in Congo. Help je mee?

In Congo is één op de vijf jongeren onder de 25 jaar werkloos. Een van onze projecten in dat land richt zich daarom op de aanpak van jeugdwerkloosheid. Congo is een land in Centraal-Afrika met 112 miljoen inwoners. Het heeft veel vruchtbare landbouwgrond en bezit vele mineralen en kostbare metalen. Er is dus veel potentie in het land, maar helaas is er ook een keerzijde. Het land heeft al decennia te maken met een grote politieke instabiliteit en door rebellengroepen is het erg gevaarlijk. Het is voor jongeren aantrekkelijker om aan te sluiten bij een rebellengroep, dan op zoek te gaan naar werk. De gevolgen zijn enorm: miljoenen mensen zijn op de vlucht geslagen binnen de landsgrenzen, het overgrote deel leeft onder de armoedegrens.

In de stad Goma (in het oosten) worden 30 jongeren begeleid bij het starten van een eigen, duurzame onderneming zodat ze in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Dat levert soms mooie initiatieven op, en we laten je daarvan graag drie voorbeelden zijn. Die van Victor, Serge en Chance.

Van organisch afval naar biogas

Victor, zoon van een scheikundeleraar, gebruikt maakt van organisch afval biologisch gas. Het organisch afval wordt buiten vermaald en afgevoerd naar een afgedekt reservoir waar het gas wordt ontwikkeld. Elke dag wordt er op deze manier voor 4 tot 6 uur gas geproduceerd. 

Het organisch afval dat hij gebruikt bestaat uit de mest van zijn 35(!) konijnen. En wanneer er nieuwe konijnen geboren worden, verkoopt hij deze waardoor Victor extra inkomsten heeft. De mest van de konijnen wordt aangevuld met organisch afval dat hij van zijn buren krijgt. Als tegenprestatie mogen zij dan af en toe bij hem gebruik maken van het gas. Victor is van plan om de productie uit te breiden, en zijn markt uit te breiden naar de restaurants in zijn omgeving.

Van bananenbladeren naar hair extensions

Veel vrouwen in Congo dragen hair extensions, zo ook de zus van Serge. Het bracht hem op het idee om in plaats van synthetische extensions een duurzamer alternatief te zoeken. Na veel research ontdekte hij dat hiervoor bladeren van de bananenplant bewerkt kunnen worden. Via een proces van wassen, drogen, bewerken met olie en (biologische) kleurstoffen zijn de resultaten veel belovend. Serge wordt in zijn werkzaamheden ondersteund door een aantal vrienden. 

Van larven naar kippenvoer

Chance werkt op de eerste verdieping van een klein gebouw midden in de stad Goma. In een hok houdt hij zwarte vliegen die elk een gemiddelde levensduur hebben van ongeveer 10 dagen. In die periode leggen ze elk minimaal 500 eitjes in kleine holtes zoals dat van karton of hout. Deze eitjes hebben zo’n vier tot vijf dagen nodig om te ontwikkelen, en dat gebeurt in een bak van (mais)afval. Vervolgens worden ze in een grotere bak overgezet met ruwer (compost) materiaal. Na drie weken zijn ze uitgegroeid tot larven. De larven die niet worden gebruikt om voor een nieuwe populatie van vliegen, worden gebruikt als kippenvoer. 

Omdat kippenvoer erg schaars (en daarmee duur) is in Congo, heeft dit initiatief van Chance enorme potentie. Er is veel interesse in deze larven, en er is dus goede markt voor. 

Tearfund zet zich in om mensen die lijden onder zware omstandigheden te helpen en zeker in een land waar de nood zo ontzettend groot is. In Congo werken wij daarom op meerdere terreinen waaronder de aanpak van jeugdwerkloosheid, vredesopbouw, het bestrijden van (seksueel) geweld en het bouwen aan voedselzekerheid door duurzame landbouwactiviteiten.